In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld naar aanleiding van het arrest Gielen van het Europese Hof van Justitie (zaak C-440/08). Dat arrest gaat over de toepassing van het urencriterium bij in het buitenland wonende ondernemers die een deel van hun onderneming in Nederland drijven. Volgens de Nederlandse wet tellen in die gevallen alleen de uren mee die in Nederland aan de onderneming worden besteed. Voor binnenlandse belastingplichtigen tellen alle... |
Selected: du ROI201004
Remove selection(s)
Naar aanleiding van een bericht in het Financieel Dagblad over de ontwijking van omzetbelasting door DSB zijn in de Tweede Kamer vragen gesteld aan de minister van Financiën. De ontwijking van omzetbelasting gebeurde door een in Zwitserland gevestigde vaste inrichting de inkoop van goederen voor in Nederland gevestigde bedrijven te laten verrichten. Tussen de hoofdvestiging en een vaste inrichting is voor de toepassing van de Wet op de Omzetbelasting geen... |
Wanneer een vrijgestelde ondernemer op eigen grond een pand laat bouwen moet bij de ingebruikname daarvan omzetbelasting worden afgedragen over de waarde van het pand inclusief de grond. De vrijgestelde ondernemer heeft wel het recht om de tijdens de bouw in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek te brengen als voorbelasting. Voor woningcorporaties en vergelijkbare instellingen geldt op grond van een besluit van Financiën dat zij deze integratieheffing niet hoeven toe... |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bouwvergunning brengt de gemeente leges in rekening. De hoogte van de leges is afhankelijk van de geschatte bouwkosten. Wanneer voor een bouwvergunning het bestemmingsplan moet worden gewijzigd of wanneer een vrijstelling van het bestemmingsplan wordt aangevraagd, worden extra leges in rekening gebracht door de gemeente. Wordt vervolgens het bouwplan zodanig gewijzigd dat een nieuwe aanvraag voor een bouwvergunning nodig is,... |
De teruggaaf van het op aandelen gestorte bedrag door een vennootschap is een uitkering van dividend. Voor de houder van een aanmerkelijk belang in die vennootschap vormt de terugbetaling een zogenaamd regulier voordeel. Dat is belast in box 2 van de inkomstenbelasting. Alleen als de teruggaaf niet hoger is dan de destijds voor de aandelen betaalde prijs en de algemene vergadering van aandeelhouders van tevoren tot teruggaaf heeft besloten en... |
Bij het overlijden van een inwoner van Nederland heft Nederland successierecht over de waarde van het vermogen van de erflater. Bij het overlijden van iemand die geen inwoner is van Nederland hief Nederland tot 1 januari 2010 het recht van overgang over de waarde van in Nederland gelegen bezittingen. Het recht van overgang stond voor die tijd al ter discussie, onder meer door een arrest van het Hof van Justitie... |
Reiskosten voor woon-werkverkeer zijn voor werknemers alleen aftrekbaar als zij gebruik maken van het openbaar vervoer. Een van de voorwaarden voor aftrek van reiskosten is een openbaar vervoerverklaring. Deze verklaring wordt afgegeven door het openbaar vervoerbedrijf aan abonnementhouders. Voor werknemers die losse kaartjes kopen is aftrek mogelijk als de werkgever een zogenaamde reisverklaring verstrekt. Niet duidelijk is of in dat geval de werknemer ook moet beschikken over de losse vervoerbewijzen... |
Volgens het verdrag ter voorkoming van dubbele belasting met China heeft een inwoner van Nederland recht op aftrek van dubbele belasting als hij in een kalenderjaar meer dan 183 dagen in China heeft verbleven. Het verdrag bevat geen omschrijving van het begrip kalenderjaar. Dat betekent dat het begrip moet worden uitgelegd volgens de betekenis die het heeft volgens de Nederlandse wetgeving, omdat de procedure betrekking had op Nederlandse belastingen. Voor... |
In een procedure stelde iemand zich op het standpunt dat hij een bezwaarschrift had ingediend tegen de hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2002. In dat bezwaarschrift zou hij hebben verzocht om uitstel van betaling. De ontvanger verleende geen uitstel van betaling omdat hij niet op de hoogte was van het bestaan van een bezwaarschrift. Dat had tot het versturen van een aanmaning en het uitvaardigen van een dwangbevel... |
Iemand tekende bezwaar aan tegen de WOZ-beschikking voor zijn woning voor het tijdvak van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006. Omdat de gemeente niet tijdig uitspraak op het bezwaarschrift deed, ging de belanghebbende in beroep bij de rechtbank. De heffingsambtenaar van de gemeente deed vervolgens alsnog uitspraak op het bezwaar. Daarbij werd de WOZ-waarde van de woning gehandhaafd. De rechtbank verklaarde het ingestelde beroep tegen het niet-tijdig... |